Betaalbare woningen? Bouwondernemers struikelen over de hoge grondprijzen
Kortere procedures: dát is de belangrijkste troef om de woningbouw te versnellen, volgens diverse ondernemers uit de bouw. Maar willen die huizen betaalbaar zijn, dan moeten die hoge grondprijzen wel omlaag.
Gepubliceerd op cobouw.nl door Petra Platschorre, 8 mei 2024
Dat blijkt uit de BouwMonitor-enquête van Cobouw en USP MarketingConsultancy in de maand april. De enquête is ingevuld door aannemers en ondernemers uit de ontwerpsector, de toeleveringsindustrie en de installatie- en afbouwsector (zie kader). Dit keer kregen deelnemers vragen over het versnellen van en obstakels in de woningbouw en over het nieuwe wetsvoorstel van demissionair minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).
De ondernemers uit de BouwMonitor willen naast kortere procedures graag dat het minder makkelijk wordt om bezwaar te maken tegen bouwprojecten. Daarnaast zijn velen van hen voorstander van het aanwijzen van concrete bouwlocaties om de woningbouw te versnellen.
Concrete locaties
Begin maart stuurde demissionair minister De Jonge het wetsvoorstel voor de Wet versterking regie volkshuisvesting naar de Tweede Kamer. De wet heeft vier doelen, waaronder zorgen voor kortere procedures en meer vaart maken met het bouwen van woningen. Dat is volgens de respondenten uit deze laatste BouwMonitor ook het belangrijkste doel van de wet.
Dat de nieuwe regels ook moeten zorgen voor voldoende betaalbare woningen vinden zij het op een na belangrijkste doel. De regierol van de overheid die de wet beoogt te regelen, is in hun ogen minder van belang. Het doel om te zorgen voor een eerlijkere verdeling van woningzoekenden in gemeenten noemen respondenten het minst belangrijke doel.
Hoewel zij een regierol voor de overheid dus niet het belangrijkste vinden, had 40 procent van de ondernemers uit de BouwMonitor wel graag gezien dat er in het wetsvoorstel al concrete bouwlocaties zouden zijn aangewezen. In de wet staat nu alleen dat dit een mogelijkheid is als planontwikkeling te langzaam gaat.
Grondprijzen te hoog
De Jonge wil met zijn plannen dat in elke regio 30 procent van de nieuwbouwwoningen uit sociale huur bestaat en 40 procent in het middensegment valt. Dat vindt 37 procent van de ondervraagden in de BouwMonitor een goede verdeling. Dertig procent van hen is het daar echter mee oneens.
Voldoen aan de betaalbaarheidseis die voor woningen geldt, is in ieder geval niet makkelijk: 60 procent van de ondervraagden vindt het nu vanwege de hoge grondprijzen onmogelijk om te zorgen dat twee derde van de te bouwen huizen betaalbaar is. 15 procent van de respondenten is het oneens met die stelling.
Een grote meerderheid van de respondenten (72 procent) vindt dat woningen sowieso te duur zijn geworden. Dat komt behalve door de hoge grondprijzen ook door de hoge eisen die aan duurzaamheid worden gesteld, de lange procedures en disbalans tussen vraag en aanbod, aldus de respondenten in het onderzoek.
Verschillende ondernemers noemen als oplossing om betaalbaar te kunnen bouwen het aanwijzen van veel locaties, de inzet van meer prefab, subsidies en kortere procedures.
Kleiner bouwen
Demissionair minister De Jonge zei bij het aanbieden van het wetsvoorstel dat het “onvermijdelijk is dat we kleiner gaan bouwen". Dat past ook bij de trend dat er steeds meer eenpersoonshuishoudens zijn. 60 procent van de BouwMonitor-respondenten vindt het een goede idee om kleiner te bouwen. 23 procent van hen ziet hier juist geen brood in.
“Wat is kleiner?” vraagt een van de geënqueteerden zich af. “Wat nodig is, is een goede mix van klein, midden en groot.” Een andere tegenwerping is dat je mensen een fatsoenlijke leefruimte moet bieden en dat de bouwsector niet per definitie kleiner moet bouwen, maar dat de regio juist de keuze moet rechtvaardigen.
Een andere respondent vindt dat de oplossing meer ligt in doorstroming, maar dat argument gebruikt een andere respondent juist voor een pleidooi om wél kleiner te bouwen. Ook vinden respondenten dat de beschikbare ruimte niet oneindig is en dat kleiner bouwen woningen ook betaalbaarder maakt.
Dat de door De Jonge gestelde woningdoelen door de wet gehaald gaan worden, verwachten de ondernemers niet. Van hen denkt 30 procent niet die 981.000 woningen voor 2030 er komen. Nog eens 28 procent verwacht dat de wet hier in geringe mate voor zal zorgen. Een kwart denkt dat de wet in enige mate zal helpen de doelen te behalen.
Begin maart stuurde demissionair minister De Jonge het wetsvoorstel voor de Wet versterking regie volkshuisvesting naar de Tweede Kamer. De wet heeft vier doelen, waaronder zorgen voor kortere procedures en meer vaart maken met het bouwen van woningen. Dat is volgens de respondenten uit deze laatste BouwMonitor ook het belangrijkste doel van de wet.
Dat de nieuwe regels ook moeten zorgen voor voldoende betaalbare woningen vinden zij het op een na belangrijkste doel. De regierol van de overheid die de wet beoogt te regelen, is in hun ogen minder van belang. Het doel om te zorgen voor een eerlijkere verdeling van woningzoekenden in gemeenten noemen respondenten het minst belangrijke doel.
Hoewel zij een regierol voor de overheid dus niet het belangrijkste vinden, had 40 procent van de ondernemers uit de BouwMonitor wel graag gezien dat er in het wetsvoorstel al concrete bouwlocaties zouden zijn aangewezen. In de wet staat nu alleen dat dit een mogelijkheid is als planontwikkeling te langzaam gaat.