Bouwer meldt grote werkvoorraad, maar ook grote zorgen
De meeste bouwers zagen afgelopen kwartaal hun omzet groeien. Toch blijven pessimisten de boventoon voeren, blijkt uit de vierjaarlijkse Bouw- en Vastgoedmonitor.

Gepubliceerd op cobouw.nl door Stijn van Gils, 6 maart 2025
Nederlandse aannemers kijken terug op een sterke periode. Aan het einde van het jaar zagen ze hun omzet naar eigen zeggen met 6,3 procent groeien. Daarmee deden de aannemers het een stuk beter dan de bouwketen als geheel. Zo ligt de omzetgroei bij architecten en installateurs op slechts 2,5 procent. Gemiddeld lag de groei eind 2024 op 3,3 procent.
Veel bouwers gaan ervan uit dat die klinkende groeicijfers maar tijdelijk zijn. In de eerste periode van 2025 verwachten ze dat hun omzet een stuk minder snel zal stijgen. Deze groeivertraging is aanzienlijk steviger dan in andere sectoren in de bouwketen. Met een groei van 2 procent zouden ze alleen nog de toeleverende industrie achter zich laten (zie grafiek).
Stevig gevuld orderboek
De verandering in de groeiverwachting onder aannemers is op het eerste oog verrassend; de werkvoorraad in de keten ligt nog altijd hoog. Gemiddeld hebben zij voor meer dan een jaar werk op de plank liggen. De schatting uit de Bouw- en Vastgoedmonitor is daarmee iets ruimer dan de conjunctuurmeting bouwnijverheid van Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), dat uitgaat van een gemiddelde werkvoorraad van iets minder dan een jaar.
Ten opzichte van de vorige Bouw- en Vastgoedmonitor nam de werkvoorraad met bijna een werkweek toe. Vooral bedrijven actief in woningbouw en utiliteit hebben nog veel werkzaamheden in het verschiet. De gemiddelde werkvoorraad in de portefeuille bedraagt bij deze bedrijven een slordige 14,6 maanden. De infrasector heeft gemiddeld 10,4 maanden aan werk in de boeken. Ter vergelijking: begin 2022 was de werkvoorraad nog maar zo’n 7 maanden groot.
Genoeg reden tot zorg
Ondanks de grote werkvoorraad blijven er genoeg redenen tot zorgen. De verlening van bouwvergunningen verloopt al jaren traag, al trok het aantal afgelopen jaar wel weer iets aan. Ondertussen blijft ook stikstof een probleem. Zowel in december als in januari oordeelde de Raad van State dat Nederland meer moet doen om natuurgebieden die gevoelig zijn voor een teveel aan stikstof te beschermen. Bouwers vrezen hierdoor voor hun projecten. Op dit moment is in de cijfers nog geen extra vertraging te zien. Deelnemers aan de enquête gaven aan dat 14 procent van de projecten is vertraagd, tegenover 15 procent in de vorige enquête.
Bouwers die de afgelopen periode hun omzet zagen dalen, noemen ‘vertraagde vergunningen’ niettemin met stip als belangrijkste oorzaak. 77 procent van de bedrijven met een dalende omzet heeft hier last van. Problemen met stikstof (69 procent) is daarna de belangrijkste verklaring voor een omzetdaling. Uiteraard kunnen die twee factoren ook gezamenlijk spelen. Alle andere redenen voor een omzetdaling volgen op ruime afstand. Zo worden stijgende kosten in maar 17 procent van de gevallen genoemd.
Gespannen arbeidsmarkt
Arbeidstekorten (9 procent) zijn slechts beperkt genoemd als verklaring voor een omzetdaling. Volgens het EIB ziet op dit moment zo’n 15 procent van de bedrijven personeelstekorten als een belemmering. Een gebrek aan personeel kan zorgen voor zowel een omzetdaling, als een kleinere omzetstijging.
Door handhaving op schijnzelfstandigheid zou het ook moeilijker kunnen worden om zelfstandigen zonder personeel in te huren. De bouwsector wordt daardoor geraakt: het aantal stoppende zzp’ers in de bouw was in december bijna twee keer groot als een jaar eerder, blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel.
Volgens de Conjunctuurenquête Nederland, van het Centraal Bureau voor de Statistiek in samenwerking met de Kamer van Koophandel verwacht meer dan 60 procent van de bouwbedrijven in 2025 minder zzp'ers in te huren. Uit de cijfers van de Bouwmonitor blijkt dat hoge percentage nog niet: ongeveer een kwart zegt op dit moment al minder zzp-personeel te hebben ingehuurd (24 procent, tegenover 23 procent). Sinds afgelopen zomer is het percentage toegenomen, maar dat zou ook een seizoenseffect kunnen zijn. Het percentage dat zegt minder zzp-personeel te hebben ingehuurd, is ongeveer vergelijkbaar met dezelfde periode een jaar eerder.
Handelsoorlog
De stijging van materiaalprijzen was de afgelopen periode beperkt, al ligt die nog steeds wat hoger dan in tijden van normale inflatie. 51 procent zegt prijsverhogingen te hebben doorgevoerd. Dat was 43 procent in de vorige enquête.
De houding van de Verenigde Staten kan de keten op zijn kop zetten. President Donald Trump spreekt over importheffingen en wakkert daarmee een handelsoorlog aan. Zijn ruzie met de Oekraïense president Volodymyr Zelensky bracht de relatie tussen de VS en Europa bovendien verder op hoogspanning, al lijkt die voor nu weer wat gesust. Hoe deze ontwikkelingen de bouw gaan beïnvloeden is nog onduidelijk, maar het ligt voor de hand dat de prijzen van bouwmaterialen kunnen veranderen.
'Zet u schrap'
“We moeten nog zien hoe het gaat uitpakken”, zei Indy Steenbergen, adviseur bij IGG Bouweconomie, vorige week tegenover Cobouw Pro. Paul Bisschop, sectoreconoom Bouw en Vastgoed bij ABN Amro, nam enkele dagen later al wel vast een schot voor de boeg. 'Relatief geruisloos is in februari de gasprijs weer sterk omhoog gegaan', schrijft hij. 'Zet u schrap voor nieuwe prijsstijgingen', kopte zijn blog.
Gemiddeld blijven ondernemers dan ook pessimistisch. Sinds Rusland drie jaar geleden buurland Oekraïne binnenviel, is het sentiment nog niet positief geweest. Wel lijkt het negatieve effect langzaam wat kleiner te worden.
Gestaag groeien in slecht weer
In de afgelopen periode groeide de omzet gewoon flink door. Bedrijven die hun omzet zagen stijgen, zeggen vooral ‘meer projecten’ (63 procent) te hebben. Ook zijn die projecten in veel gevallen groter (46 procent) en neemt de omzet verder toe door prijsstijgingen (41 procent).
Bovendien merkt een deel van de bouwers dat uitgestelde projecten weer doorgaan (29 procent). Efficiënter werken wordt met 14 procent dan weer nauwelijks genoemd. Dat laatste geeft te denken, want ook de bouwsector investeert in digitalisering, en veel bouwers hebben de afgelopen tijd ingezet op extra gebruik van prefab.