Studentencomplexen staan steeds vaker buiten de (grote) stad
Studentenhuizen worden steeds vaker buiten drukke studentensteden gebouwd. Vooral in Leiden komen er amper nieuwe studentenwoningen bij, blijkt uit data-onderzoek door Cobouw Pro.
Gepubliceerd op Cobouw door Wendy Willemsen, 2 december 2025
Studenten hebben het zwaar op de woningmarkt. Eerder werd al duidelijk dat particuliere verhuurders massaal stoppen met het verhuren van kamers. Daar hebben studenten uiteraard ook last van. Daarnaast stokt ook de bouw van nieuwe wooncomplexen voor studenten door professionele verhuurders. Dat schreef Cobouw Pro twee weken geleden. Wat blijkt: projectontwikkelaars bouwen overwegend nog wooncomplexen buiten populaire studentensteden.
Projectontwikkelaars weten vaak eerder dat ergens een nieuw bouwproject van start gaat dan dat ze weten hoeveel units er gaan komen. Projecten waarvan de exacte hoeveelheid te bouwen studentenwoningen nog onbekend is, komen vooral buiten de grote studentensteden.
Er komen dus tussen 2025 en 2033 verhoudingsgewijs meer complexen buiten de grote studentensteden. Maar als je alleen kijkt naar de projecten, waarbij de hoeveelheid studentenunits wel bekend is, gaan de typische studentensteden nog wel aan kop. De komende acht jaar krijgen grote studentensteden zoals Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, Groningen en Nijmegen de meeste nieuwe studentenunits. Daarvan komen de meeste in Groningen.
Buiten grote studentensteden
De overige 5.690 studentenunits verrijzen verdeeld over 23 andere steden, waarvan het overgrote deel in kleinere stadjes, die aan grote studentensteden grenzen, zoals in Rijswijk, Maarssen en Hoofddorp. Dat blijkt uit een analyse van Cobouw Pro, op basis van informatie op Bouwberichten.nl. Op deze website staan vrijwel alle bouwprojecten in Nederland vermeld. Omdat de database echter niet honderd procent volledig is, kan het aantal woningen dat er volgens de planning bijkomt of gebouwd is, in werkelijkheid net iets hoger uitpakken.
Na berekening blijkt dat projectontwikkelaars de komende jaren niet 12.600 studentenwoningen, maar tussen de 15.500 en 20.000 nieuwe studentenunits gaat realiseren. De meeste daarvan vinden echter buiten de grote studentensteden plaats.
Volgens cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) hebben de steden in de grafiek hierboven de meeste studerende inwoners. Maar lang niet elke student woont in de stad waarin hij of zij studeert, weten we eveneens uit cijfers van DUO. In 2024 woonde ongeveer 60 procent van de studenten in de stad waarin zij een studie volgden. Maar dit percentage ligt een stuk lager in de zes populairste studentensteden. Dat valt onder meer te verklaren door het grote aantal universiteiten en hogescholen in deze steden en de grote vraag naar studentenkamers.
Lastige zoektocht
Een kamer vinden in de stad waar je studeert, is nu eenmaal lastig. In Nederland is er namelijk al jaren een groot tekort aan woonruimte voor studenten. Volgens Kences, een branchevereniging die zich inzet voor studentenhuisvesting, bestond er vorig jaar in totaal een tekort van 22.800 woonruimtes voor studenten. Dit jaar is de situatie er niet beter op geworden, met een tekort van in totaal 21.500 kamers.
Tekorten blijven nijpend
Juist vanwege dit tekort geven veel studenten hun zoektocht op, terwijl de wens om uit huis te gaan blijft. Dit tekort wordt nog nijpender omdat ook het aanbod van studentenkamers bij particuliere verhuurders daalt. Uit cijfers van het Kadaster blijkt namelijk dat particuliere verhuurders hun koopwoningen in een rap tempo verkopen, die zij eerder aan studenten verhuurden.
De cijfers op Bouwberichten.nl gaan specifiek over wooncomplexen met studentenkamers, zoals projecten van studentenhuisvesters (woningcorporaties die zich op studenten richten) en commerciële verhuurders die zich speciaal op studenten richten. Het aanbod van particuliere verhuurders is dus niet meegerekend, zoals we al beschreven in eerder onderzoek.
Nieuwbouw verloopt moeizaam
In veel gemeenten verloopt de besluitvorming over het bouwen van nieuwe studentenflats erg moeizaam. Als het om nieuwbouw gaat, wordt studentenhuisvesting zelden echt opgenomen in de Omgevingsvisie. ‘Buurtbewoners associëren studenten vaak met geluidsoverlast en tijdelijke bewoning. Dit leidt tot terughoudendheid bij het toewijzen van locaties, vooral in gemengde woonwijken’, vertelt Edvard van Luijn, directeur acquisitie en ontwikkeling van SSH, een corporatie voor studentenhuisvesting.
Cobouw Pro schatte in een eerder artikel al dat er de komende jaren tussen de 15.500 en 20.000 nieuwe studentenunits gerealiseerd zullen gaan worden. Het grootste deel daarvan zal echter buiten de grote studentensteden staan. Vooral in en rondom Amsterdam, Den Haag en Utrecht komen er veel nieuwe units, in respectievelijk Amstelveen, Rijswijk en Maarssen.
Verhoudingsgewijs grijpen veel Utrechtse kamerzoekenden mis. Vorig jaar studeerden ruim 67 duizend studenten in deze stad, terwijl er maar zo'n 32 duizend van hen daadwerkelijk in de stad woonden. Net als in Utrecht is het aanbod van studentenkamers ook in Rotterdam en Groningen schaars. Woningcorporatie SSH geeft aan extra goed te gaan kijken naar mogelijkheden om juist in deze steden bij te laten bouwen. Er moet volgens Van Luijn kritischer gekeken worden naar de locaties waar nieuwbouw moet verrijzen. ‘Door studentenunits te bouwen in de directe omgeving van de campus hou je de overlast voor andere burgers beperkt. Bovendien ligt daar de infrastructuur al die je nodig hebt.'
Uitwijken naar elders
Hoewel Leiden ook populair is onder studenten, wordt hier de komende jaren amper gebouwd. Daar tegenover staat een grote toename van studentenhuisvesting rondom Den Haag. Veel steden zijn volgebouwd, waardoor buitenwijken en aangrenzende steden een goed alternatief zijn. ‘De druk op de woningmarkt is zo ontzettend hoog dat je in veel gevallen wel móet uitwijken naar andere gemeenten,’ vertelt Jolan de Bie, de directeur van Kences.
Vooral de enorme toename van studentenunits in Den Haag is opmerkelijk, vanwege het gebrek aan potentiële woonruimte. De stad ligt immers ingeklemd tussen de kust, natuurgebieden en omliggende gemeenten. Er is weinig ruimte voor grootschalige nieuwbouw buiten de stadsgrenzen. Dat maakt verdichting noodzakelijk, maar dat leidt vaak tot weerstand onder bewoners. De Haagsche IBIS-terreinen, bedrijvenparken met een actieve industriële functie, bieden hier uitkomst.
Ideale locaties
De Haagsche studentenwoningen verrijzen voornamelijk in de wijken Laakhaven en de Binckhorst; twee voormalige bedrijventerrein die getransformeerd worden tot bruisende nieuwbouwwijken. De Binckhorst is daar zeer geschikt voor, omdat er veel voorzieningen in de buurt zitten, zoals horeca en winkels. Ook in de Haagsche wijken Laakkwartier en Spoorwijk gaan nieuwbouwprojecten voor studentenhuisvesting van start.
Dat er woningen gebouwd worden op voormalige IBIS-terreinen, bedrijvenparken met een actieve industriële functie, is een relatief nieuwe ontwikkeling. Vanaf begin deze eeuw tot 2018 kwam het sporadisch voor dat er woningen gebouwd werden op industrieterreinen. Uit een analyse die Cobouw Pro vorig jaar maakte, op basis van data van het Integraal Bedrijventerreinen Informatie Systeem (IBIS), blijkt echter dat deze locatie sinds 2018 snel aan populariteit heeft gewonnen.
